Hoe wordt het polymeer van nucleïnezuren genoemd?
Hoe wordt het polymeer van nucleïnezuren genoemd?

Video: Hoe wordt het polymeer van nucleïnezuren genoemd?

Video: Hoe wordt het polymeer van nucleïnezuren genoemd?
Video: Nucleic acids are the polymers of 2024, Mei
Anonim

Ze zijn samengesteld uit nucleotiden, de monomeren die uit drie componenten bestaan: een 5-koolstofsuiker, een fosfaatgroep en een stikstofbase. Als de suiker een samengestelde ribose is, polymeer is RNA (ribonucleic zuur ); als de suiker is afgeleid van ribose als deoxyribose, de polymeer is DNA (deoxyribonucleic zuur ).

Precies, wat zijn de polymeren van nucleïnezuren?

Nucleïnezuren zijn polymeren van individuele nucleotiden monomeren . Elke nucleotide bestaat uit drie delen: een 5-koolstofsuiker, een fosfaatgroep en een stikstofbase. In de natuur komen slechts twee 5-koolstofsuikers voor: ribose en deoxyribose.

Wat zijn naast bovenstaande de monomeren en polymeren van nucleïnezuren? Nucleïnezuren - polymeren zijn DNA en RNA; monomeren zijn nucleotiden, die op hun beurt bestaan uit een stikstofbase, pentosesuiker en fosfaatgroep. Koolhydraten - polymeren zijn polysachariden en disachariden*; monomeren zijn monosachariden (eenvoudige suikers)

Weet ook, wat is een polymeer van een nucleotide?

DNA is een polymeer . De monomeereenheden van DNA zijn: nucleotiden , en de polymeer staat bekend als een "polynucleotide". Elk nucleotide bestaat uit een 5-koolstofsuiker (deoxyribose), een stikstofbevattende base die aan de suiker is bevestigd en een fosfaatgroep.

Hoe wordt een monomeer van nucleïnezuur genoemd?

Alle nucleïnezuren zijn opgebouwd uit dezelfde bouwstenen ( monomeren ). Chemici noemen de monomeren "nucleotiden." De vijf stukken zijn uracil, cytosine, thymine, adenine en guanine. Het maakt niet uit in welke wetenschapsklasse je zit, je zult altijd over ATCG horen als je naar DNA kijkt.

Aanbevolen: