Wat is de tweede wet van Newton in eenvoudige bewoordingen?
Wat is de tweede wet van Newton in eenvoudige bewoordingen?

Video: Wat is de tweede wet van Newton in eenvoudige bewoordingen?

Video: Wat is de tweede wet van Newton in eenvoudige bewoordingen?
Video: Newton's second law of motion | Forces and Newton's laws of motion | Physics | Khan Academy 2024, November
Anonim

De tweede wet van Newton stelt dat de versnelling van een deeltje afhankelijk is van de krachten die op het deeltje inwerken en de massa van het deeltje. Voor een bepaald deeltje, als de netto kracht wordt verhoogd, wordt de versnelling verhoogd. Voor een gegeven nettokracht geldt: hoe meer massa een deeltje heeft, hoe minder versnelling het heeft.

Wat is in dit verband de 2e wet van Newton?

De tweede bewegingswet van Newton heeft betrekking op het gedrag van objecten waarvoor niet alle bestaande krachten in evenwicht zijn. De tweede wet stelt dat de versnelling van een object afhankelijk is van twee variabelen - de netto kracht die op het object inwerkt en de massa van het object.

Vervolgens is de vraag, wat zijn de 3 wetten van Newton in eenvoudige bewoordingen? De wetten zijn: (1) Elk object beweegt in een rechte lijn tenzij er een kracht op inwerkt. (2) De versnelling van een object is recht evenredig met de netto uitgeoefende kracht en omgekeerd evenredig met de massa van het object. ( 3 ) Voor elke actie is er een gelijke en tegengestelde reactie.

Op dezelfde manier kun je je afvragen, wat zijn de voorbeelden van de 2e bewegingswet van Newton?

Als je dezelfde kracht gebruikt om een vrachtwagen te duwen en een auto te duwen, zal de auto meer acceleratie hebben dan de vrachtwagen, omdat de auto minder massa heeft. ? Het is makkelijker om een lege winkelwagen te duwen dan een volle, omdat de volle winkelwagen meer massa heeft dan de lege.

Wat zijn de 3 krachtwetten?

De derde wet stelt dat voor elke actie ( kracht ) in de natuur is er een gelijke en tegengestelde reactie. Met andere woorden, als object A a. uitoefent kracht op object B, dan oefent object B ook een gelijke. uit kracht op object A. Merk op dat de krachten worden uitgeoefend op verschillende objecten.

Aanbevolen: